Meten is weten, nietwaar?

UTRECHT – Smartphones, smartwatches, smartringen of hoe al die slimme apps en tools die 24 uur per dag van alles en nog wat over ons lijf bijhouden en er met behulp van zelflerende algoritmes adviezen aan verbinden ook mogen heten. Ze zijn in navolging van webwinkels, scanapparaten en online chatbots niet meer uit onze samenleving weg te denken. Meten is weten, nietwaar? We leven niet meer alleen mét informatie communicatie technologie (ICT), we zijn in toenemende mate onderdeel van de systemen.

Zo ook in de gezondheidszorg. Volgens onderzoeksbureau Multiscope gebruiken inmiddels 6 miljoen Nederlanders apparaten of apps om beweging, voeding of andere data over het lichaam te verzamelen. Steeds meer apparaatjes hebben diagnostische pretenties en de vraag is of zij die ook waarmaken. In meer algemene zin vraag ik me af of deze tools de gebruikers daadwerkelijk helpen om gezond(er) te blijven.

Om te beginnen zijn veel van de apparaten en apps niet deugdelijk gevalideerd, wat wil zeggen dat we niet goed weten of en hoe betrouwbaar die dingen zijn. Het kan dus zo zijn dat de gepresenteerde data niet klopt. Daarnaast roepen dit soort gadgets in potentie allerlei nieuwe zorgvragen op die in veel gevallen medisch irrelevant zijn. Dit leidt dus niet alleen tot onnodig extra werk voor de al zo drukke huisarts maar ook tot overbodige en dure over diagnostiek én mensen die zich onnodig ongerust maken,

Dat laat onverlet dat de nieuwe technologie ook kansen biedt. Bijvoorbeeld voor mensen met een chronische aandoening. Denk aan de handige, gebruikersvriendelijke apparaatjes waarmee patiënten zelf bloed- of ademanalyses kunnen uitvoeren. Mits betrouwbaar en op de juiste manier gebruikt maken de apparaten en apps hen zelfredzamer en ontlasten ze de huisarts, zodat hij meer tijd heeft voor patiënten die zijn persoonlijke aandacht nodig hebben. Ook buiten de techniek liggen er verbeterkansen, onder andere op het gebied van communicatie en (data)uitwisseling.

Om de kansen in kaart te brengen en te benutten is iDx opgericht. Het team houdt zich bezig met vernieuwing van diagnostiek met als doel de huisartsenzorg te verbeteren. Op zich is de eerstelijns diagnostiek prima geregeld in Nederland. Maar er worden ook fouten gemaakt, zoals verkeerde of te laat ingezette diagnostiek of onjuiste interpretatie van laboratoriumuitslagen.

Ook de communicatie tussen de betrokken zorgverleners en de patiënt laat te wensen over. ICT, beslisondersteuning en (data-)uitwisseling moeten en kúnnen beter. Dat vraagt om betere samenwerking tussen onderzoekers, systeemontwikkelaars, zorgverleners en patiënten. Samen kunnen zij het diagnostisch proces efficiënter, effectiever en veiliger maken.

iDx wil hier graag het voortouw in nemen. Zo zijn op initiatief van de organisatie twee verkennende onderzoeken opgezet om knelpunten in het diagnostisch proces in kaart te brengen en waar mogelijk praktische oplossingen aan te dragen. De belangen en wensen van de patiënt staan hierbij centraal. Daarnaast werken we op verschillende manieren aan het verbinden van mensen en organisaties en het verzamelen en verspreiden van kennis die bij het verbeteren en vernieuwen van het diagnostisch proces behulpzaam kan zijn. Ook helpen we gevraagd en ongevraagd bij het kritisch onder de loep nemen van het overvloedige aanbod van slimme apparaten en apps om het kaf van het koren te scheiden.

Samenvattend zijn we bij iDx op zoek naar een andere benadering van diagnostiek, door data op de juiste waarde te schatten, diagnostiek op het juiste moment en de juiste plek in te zetten en het proces efficiënter en effectiever te organiseren. Vanuit de overtuiging dat goede diagnostiek het vertrekpunt is van weloverwogen beslissingen over ziekte, gezondheid en passende zorg.

Heb jij na het lezen van dit artikel ideeën over waar verbetering mogelijk is, of wil je eens met ons van gedachten wisselen over de toekomst van diagnostiek? Neem dan gerust contact met ons op!

Cherelle de graaf idx

Cherelle de Graaf

Directeur-bestuurder

Datum

Tags

Share